De donjon van het slot stamt uit de 13e eeuw. In 1525 werd het slot door brand verwoest, maar de donjon bleef behouden. Het kasteel is later herbouwd. In 1973 is het kasteel gerestaureerd en in 1981 kwam het in handen van de Vereniging Natuurmonumenten. Bij ons slaapadres aangekomen even op het bed gaan liggen om uit te buiken. Tv aangezet en de wedstrijd Duitsland – Argentinië gekeken. Duitsland won de wedstrijd na verlenging met 1-0, de terechte wereldkampioen. Maandag 14 juli 2014 Burgh-Haamstede – Scheveningen 90 km + 8 vaar km We ontbeten met nog drie andere personen, moeder, dochter en zoon. Ze kwamen uit Oosterhout (Brabant). Na het ontbijt afgerekend met Marja. In het dorp bij de Spar boodschappen gedaan voor de lunch. Toen weer terug naar onze route. De route was ontzettend mooi en variabel. We begonnen na een klein kwartiertje met een viertal klimmetjes, pittig, een zelfs van 10%. Toen gingen we over op gravel, deze paadjes waren goed te fietsen. Mooi en heel rustig was het in deze natuur. In Renesse zag ik Petra uit onze straat met haar hondjes lopen. Ik riep nog naar haar, maar volgens mij zag ze niet, dat ik het was. We gingen de Brouwersdam over en zo kwamen we op het eiland Goeree-Overflakkee te fietsen. In Ouddorp een koffiestop met een tompouce genomen. We zaten weer aan de vijfentwintig kilometer. We hadden ongeveer zes kilometer gefietst, toen Jan zei : “Bij het volgende dorp even een café opzoeken”. Het werd het dorp Goedereede. Jan had daar een goede reden voor, want hij ging een Zeeuwse bolus neerleggen. Nu fietsten we de Haringvlietsluizen over en waren we op Voorne-Putten aan het fietsen. Net voorbij Rockanje hebben we geluncht. Toen zou het nog een klein uurtje fietsen zijn naar onze eerste oversteekplaats met de pont. Op de Maasvlakte zou de pont van de RET ons naar Hoek van Holland varen. We waren er om twee uur en om vijf voor half drie zou hij vertrekken. Mooie tijd om wat rust te pakken. Deze route hadden we vorig jaar ook gedeeltelijk gefietst. De Noordzee-route tot ongeveer Groningen toe. Maar toch zie je telkens weer andere mooie dingen. In Hoek van Holland aangekomen hadden we er toch acht vaarkilometers op zitten. Van de boot af gelijk rechtsaf en gelijk weer links, dan zaten we weer op de route. In Kijkduin hebben we wat gedronken, Jan een pilsje en ik een cola-light. Nu was het nog ongeveer tien kilometer fietsen. We fietsten lekker door de duinen. We hadden heel de dag de wind mee of schuin achter ons. Lekker zonnetje erbij, wat wil een mens nog meer. Fietst in ieder geval een stuk prettiger dan met een regenpak aan. We moesten in Scheveningen zijn op de Scheveningseweg. Dit hadden we ook weer zo gevonden. We werden ontvangen door de vrouw des huizes en we kregen gelijk koffie met een heerlijk koekje uit de Elzas. Ze bleek een Vlaamse te zijn en kwam oorspronkelijk uit Kortrijk. Ze hadden nog een huis in Frankrijk, in de Elzas. Haar man was ook een fervent fietser. Eigenlijk deed de hele familie aan fietsen. We zaten zeven hoog en het was een heel mooi en groot appartement. Je had van alle kanten een heel mooi uitzicht. Naar de haven, de zee en het Kurhaus, echt WAUW. De fietsen stonden in de afgesloten garage onder de flat. Na het douchen gingen we een eettentje opzoeken, er waren er genoeg. Jan zei, ik weet nog wel een visrestaurantje te zitten. We kwamen uit bij Simonis. De tent zat helemaal vol. We hebben twee menu’s uitgekozen, Jan schol en ik kibbeling. We konden eerst afrekenen en daarna een plaatsje uitzoeken. Je nummer zou men afroepen als het gerecht klaar was en dan zouden ze het komen brengen. Dit adres had Jan weer van Ad v.d.Corput. Jan kreeg drie schollen en ik een groot bord vol met kibbeling. Nou, je was er even mee bezig, maar toen we klaar waren, vroeg ik aan de serveerster waar de loungebanken waren om uit te buiken. Ze begreep niet, wat ik bedoelde. We zijn toen maar een eindje gaan wandelen. Daarna naar ons slaapadres gelopen. Onder de flat hadden we nog gauw even een softijsje gescoord, LEKKER. Echt genoten van het mooie uitzicht en de benen gaan strekken. Dinsdag 15 juli 2014 Scheveningen – Bergen aan Zee 95 km Na een heerlijk ontbijtje gingen we naar de kelder van de flat om de fietsen te pakken. Afscheid genomen van Ann. Net buiten de garage toch onze windjackjes aan gedaan, het voelde wat fris aan. We zijn richting watertoren gefietst, daar zaten we weer op de fietsroute. We reden rondom in de duinen. Het was de hele morgen krachttraining, veel wasborden, maar wel mooi en rustig fietsen zo. We passeerden rond kwart over elf de grens van Zuid-Holland naar Noord-Holland. Dan fietsten we op asfalt, dan weer op sintels en dan weer op klinkers. In Velsen-Zuid het pontje gepakt om over te varen naar Velsen-Noord. Zaten we rond twaalf uur te genieten van onze lunch op een bankje, toen Jan ineens een reebok op zijn gemak zag oversteken. Ik was net te laat om er een foto van te nemen. Na de middag werd de route wat vlakker. We kwamen bij Castricum uit bij de Kwal en de aalscholvers. Die hadden we vorig jaar ook al gezien, toen we naar Noorwegen fietsten. Hier ook een rustpauze ingelast, het is zo mooi hier. Maar het venijn zat weer in de staart. Diverse klimmetjes gehad, zelfs een van 10%. In Bergen aan Zee eerst wat gedronken en naar de zee gaan kijken. We waren er al om kwart voor vier, dat was nog een beetje te vroeg om naar ons slaapadres te gaan. We waren iets te vroeg bij ons adres. Niemand thuis. Dus weer terug gefietst naar het strand om daar wat te gaan eten. Aan het strand en het restaurant heette ’t Strand. Lekkere kipsaté en groenten-lasagne. Rond kwart voor zes weer terug gefietst. Nu was Marja wel thuis. Ze zette meteen koffie en thee voor ons, die hebben we lekker buiten in de tuin op gedronken. Aan de Verspyckweg zijn in het begin van de 20e eeuw enkele koloniehuizen gebouwd. Als eerste werd in 1908 het ‘Zeehuis’ (Verspyckweg 5) gebouwd in opdracht van het Amsterdamse Burgerweeshuis door architect Piet Heyn. Het Zeehuis is in 1961 als Natuurvriendenhuis in gebruik genomen door het NIVON en heeft veel van het oorspronkelijke karakter behouden. In 1911 volgde ‘Jong Nederland’ (Verspyckweg 7), ontworpen door de Gebroeders van Gendt en in 1913 het gebouw van de ‘Deutsche Hilfsverein’ (Verspyckweg 3) van de architecten Vorkink en Wormser. Het gebouw aan de Verspyckweg 5 is aangeduid als rijksmonument. Voor de percelen aan de Verspyckweg 3 en 7 geldt dat alle bebouwing op het perceel als rijksmonument is aangeduid. Wij logeerden bij Verspyckweg 3 . In de ochtend werd je wakker door het gekrijs van de zeemeeuwen. We hebben nu al grotendeels “de wind in de poep”, dit is een Belgische uitdrukking gehoord op de Belgische zender tijdens de Tour de France. Wij zeggen de wind in de rug of de wind mee.
Woensdag 16 juli 2014 Bergen aan Zee – Harlingen 105 km We kregen vandaag ontbijt op onze kamer. Lekker ontbijt met druiven erbij, is weer eens wat anders. Afrekenen en we vertrokken om tien voor negen. Poort uit en we zaten gelijk op de route. Het weer zag er goed uit. Veel zon en weinig wind, dus dat wordt smeren. We reden zowaar de duinen in. Paadjes van klinkers, asfalt en sintelpaadjes. Maar daar zijn we wel aan gewend nu. Via de Schoorlse duinen reden we over het laatste sintelpad naar het asfalt, toen Jan in de bocht zijn achterwiel voelde bewegen. Hij bleek een lekke achterband te hebben. Dit was na ongeveer veertig minuten fietsen. Nieuw bandje erin gedaan en weer gewoon verder fietsen. Wat waren die duinpaadjes toch mooi om te fietsen, geen auto verkeer en af en toe een fietser. In Petten hebben we weer onze tassen aangevuld met drinken, brood, appels, leverpastei en een papje. Hier in Petten heeft Jan nog nep-crocks gekocht, hij was namelijk zijn badslippers vergeten. Voor Callantsoog verlieten wij de LF1B en gingen we rechtsaf de LF10A volgen. Voor Oude Sluis hebben we wat gedronken en een appeltaart op. Annelies, de dochter van Jan, was vandaag jarig. Na een kleine vijf en twintig kilometer reden we de Afsluitdijk op. Dit was al de derde keer voor ons, dat we er over fietsten. Er stond een klein beetje zijwind, was niet echt hinderlijk, we konden gemiddeld 18 a 19 km aanhouden. Zoals gewoonlijk na vijf kilometer een rustpauze ingelast bij het monument. Dit is de enige plek, waar je wat drinken kan kopen. Vanaf het monument nog vijf en twintig kilometer fietsen tot het einde van de Afsluitdijk. Vanaf het einde van de Afsluitdijk nog ongeveer tien kilometer naar Harlingen. Daar was ons slaapadres. Maar eerst nog wat in Zurich, nee niet in Zwitserland, een colaatje gedronken. Toen was het nog maar zeven kilometer. We wilden na het afrekenen weg fietsen, samen met een andere fietser met bepakking. We hoorden alle drie hetzelfde geluid: PSSSSSSSS. De jongeman zijn fiets had een lekke band. Dat is balen, zeiden wij. Hij zei op zijn Vlaams: Och even een ander bandje leggen. We fietsten de laatste kilometers over een schapendijk. Daar stond wel wat meer wind tegen, zei Jan. Nog even een foto gemaakt van de Stenen Man. Op de Zeedijk buiten de stad staat de z.g. Stenen Man, een bronzen Januskop als waker over twee dijkgebieden, op een hardstenen voetstuk. Het monument is opgericht als herinnering aan de verdienste, die Caspar de Robles zich verwierf bij het dijkherstel na de Allerheiligenvloed in 1570. Dijkgraaf van Wassenaar van Twickel liet het in 1774 herbouwen. We arriveerden bij ons logeeradres in Harlingen. De gastvrouw deed open en stelde zich voor als Uilke. We kregen een mooie slaapkamer op de benedenverdieping met uitzicht op het water. Alles was pico bello in orde. Dit adres hadden we voor twee nachten besproken. Hier hadden we onze eerste rustdag gepland. We hadden er tenslotte al vijfhonderd kilometer opzitten. Na het douchen een wandelingetje gemaakt en bij Wally’s restaurant lekker buiten gezeten. Heel lekker, maar een beetje te veel. Jack had macaroni en Jan lever op zijn Fries met broccoli, aardappeltjes en boontjes. Na terugkomst vroeg ik aan Uilke of ik een klein wasje in de wasbak van de douche mocht doen. Geef maar even hier, dan zal ik de wasmachine wel een slinger geven. De was werd later die avond keurig op onze kamer afgegeven. Dat is wat je noemt een goede service. Rond half negen werd er op onze deur geklopt. Het was de gastheer Esger, de man van Uilke, om te vragen of we wat te drinken wilden. Nou dat slaan we niet af, zeiden we. We mochten mee naar boven en daar hebben we tot half elf op het terras gezeten. Ze fietsten zelf ook diverse lange fietsroutes. In Polen, Italië en Duitsland. Uilke deed het op een elektrische fiets en die werd iedere avond opgeladen. Zij had last van haar knieën. Het was dezelfde fiets als die van Mieke. Nu Mieke nog zo gek zien te krijgen, dat ze lange afstanden met mij mee gaat fietsen. Ik denk dat dit niet gaat lukken. Donderdag 17 juli 2014 Harlingen rustdag Om negen uur hadden we afgesproken om te ontbijten. Rond tien uur zijn we een wandeling gaan maken in Harlingen. Het was al lekker warm deze dag. Na een bakje koffie bij de HEMA zijn we in het stadhuis, wat er naast was, binnen gaan kijken. Daarna zijn we naar het Hannema-huis, een museum, gegaan. In 1744 betrok de koopman Sjoerd Hannema het huis, na zijn huwelijk met Liesbet Scheltema. Hij liet een nieuwe voorgevel bouwen. Deze klokgevel markeert nog steeds het rechtergedeelte van het gebouw. Een ander familielid, Sjoerd Jacobus Hannema, liet in 1825 het linkergedeelte van het huis bouwen, dat van een lijstgevel werd voorzien. Leendert Jacobus Hannema was de laatste telg uit dit Harlinger-koopmansgeslacht, die het huis bewoonde. In 1957 richtte hij een deel van zijn huis in als museum. Hij overleed in 1964 en legateerde het huis aan de gemeente Harlingen, die overeenkomstig de wilsbeschikking het museum voortzette. Het gehele huis werd toen als zodanig ingericht. Er zijn onder andere schilderijen en tegels te bezichtigen. Bij Wally’s een heerlijk twaalfuurtje gegeten. Dit was wel een goed lopend zaakje. Terras zat helemaal vol, heerlijk eten. Het terras stond lekker onder de platanen. Dus veel schaduw. Beetje over de weekmarkt gewandeld en een lekker softijsje op een bankje gegeten. Werden we gevraagd om het bankje te verlaten, dit werd als stalletje gebruikt voor de markt. We hadden een Chinees gevonden, die vanaf vier uur open zou zijn, dus dat werd ons avondeten. Rond drie uur lekker terug gewandeld naar ons logeeradres. Daar hebben we naar de etappe van de Tour de France gekeken. Gingen we rond de klok van half zes naar de Chinees. Eerst langs de HEMA gegaan om zakdoeken te kopen voor Jan. Hij bevestigde er een met sluitspelden achterop zijn pet. Dit om de zon uit zijn nek te houden. Zijn pet met achterklep had hij thuis laten liggen. Nu gingen we naar de Chinees. Wat was het geval, deze Chinees had tussen drie en zes een briefje achter het raam geplakt met de tekst “Vandaag gesloten”. Ik zei gelijk tegen Jan, hij zal welk geen bami hebben gehad. Dus toen zijn we weer bij Wally’s uit gekomen. Daar was het eten weer erg lekker. We gingen daarna richting het logeeradres, daar hebben we lekker liggen uitbuiken en verder niets anders gedaan dan heerlijk relaxen. Vrijdag 18 juli 2014 Harlingen – Oldehove 115 Km Na eerst te hebben ontbeten en afgerekend, namen we afscheid van Uilke en Esger. Poort uit, linksaf en rechtsaf en we zaten weer op de route. Dit heeft Jan toch maar weer mooi voor elkaar. Elke keer zitten we na een kleine honderd meter of minder op de route, klasse Jan. Weer diverse schapendijken gehad, maar deze keer stond er windkracht vier en we hadden hem deze keer tegen. Maar het zonnetje scheen volop. Deze dag had niet veel nieuws te brengen. Grote delen van deze route hadden we vorig jaar ook gefietst. Nu was het minstens dertig graden, maar omdat wij de wind tegen hadden, voelden we dat niet echt. Dus al het nadeel had ook zo zijn voordeel. Wel als we stil stonden, dan kwam de warmte gewoon omhoog, dus weinig stil gestaan. Wel diverse rustpauzes ingelast om wat koels te drinken. We hebben op de camping De Tobbe in Holwerd onze boterham gegeten. We mochten van de campingbeheerder gebruik maken van tafel en bank. We hebben allebei een Radler op. Alcoholvrij bier met citroenwater, was heerlijk fris. Zal wel meer keer gebeuren, dat we dit nemen. Op deze camping hebben we vorig jaar ook gestaan, toen we op weg waren naar Noorwegen. Na het eten weer verder gegaan met stoempen. Jan zei nog, nu hebben we de wind niet in de poep. Maar ja het was lekker weer en droog. In Moddergat een heerlijk ijsje op en een lekkere koele cola, nee deze keer geen softijs. We zouden in Zoutkamp wat gaan eten, want in Oldehove ons slaapadres, had men waarschijnlijk niets om te eten. We waren om vijf uur in Zoutkamp. We kwamen uit bij L’Ancora, een Italiaanse pizzeria. Daar bestelde ik lasagne gorgonzola en Jan tagliatelle. Het had ons beiden goed gesmaakt, we hadden er genoeg aan. Hier konden we de laatste tien kilometer wel mee uitfietsen. Als het goed was, zou bij ons slaapadres de achterdeur open zijn. De bewoners waren niet thuis. Via het terras langs de achterdeur naar binnen en dan de linkerkamer boven. Rond de klok van half zeven waren we bij ons slaapadres in Oldehove. Vanaf de schuur zaten er plaketiketten op de deuren om aan te geven, waar wat was. Schuur voor de fietsen, linksboven slaapkamer vrienden op de fiets, wc en douche. Naar de douche hebben we wel een kleine tien minuten moeten zoeken. Was in de keuken, maar als je de keukendeur opende, dan stond de keukendeur voor de douchedeur, dus die kon je dan niet zien. Toen ik van buiten af de keuken binnen, liep zag ik een deur met het etiket douche erop. Het was wel een rommeltje in huis, maar dat was waarschijnlijk hun levensstijl. Veel boeken en prullaria. Er stonden wel een fles spa, een pak sinasappelsap en rijstkoeken klaar voor ons. Dat maakte veel goed. Mevrouw en mijnheer kwamen om half acht thuis. Mevrouw kwam bij ons buiten zitten, we kregen meloen en kleine Vietnamese loempiaatjes, ik heb ook nog twee radlers en Jan twee pilsjes op. We werden gewoon in de watten gelegd. Het waren zeer vriendelijke mensen. De vrouw was Duitse. Rond de klok van half tien zochten we ons mandje op, zodat de benen konden rusten. Zaterdag 19 juli 2014 Oldehove – Emmen 115 km Het was een bijzonder ontbijtje deze keer. Jan kreeg koffie ingeschonken, bleek zijn mok kapot te zijn, alle koffie lekte er weer uit. Toen we klaar waren, ging ik achteruit met mijn stoel en gooide een vaas met bloemen en water om. Maar dat vonden ze allemaal niet erg. Na het afrekenen gingen we weer verder, maar niet voordat we van de gastvrije vrouw een dikke kus kregen als afscheid. Het was vrij rustig op de weg. De weggetjes zijn zo lieflijk mooi en landelijk. In Groningen , zowat onder de Martinitoren, hadden we onze eerste stop en dat was na precies zeven en twintig kilometer. De zon scheen lekker op onze bolletjes, petjes met flap en zakdoek deden goede diensten. We kwamen diverse ooievaars tegen op hun nest. In de middag reden we veel door de bossen, dat scheelt wel een paar graden met in de zon fietsen. Als we in de zon fietsten, was het soms wel 35 graden. Dit was wel een hele warme fietsdag vandaag. We hebben diverse malen gestopt om bij te tanken, colaatjes, ijsjes. Zeker wel 7 stops gehad, maar het tempo bleef er wel in zitten Op een gegeven moment fietsten we door het dorp “ANDEREN”. Ik vroeg aan Jan, nou waar zijn die anderen dan. Er was niemand te zien, misschien te warm voor hun. In het dorp Gasselte een mooie foto gemaakt van Jack voorop de transportfiets van Wemeltje Kruit. Jack was te moe om zelf verder te fietsen.
Aan de Kerkstraat te Gasselte bevindt zich een standbeeld (van de hand van Bert Kiewiet) van een in 1963 overleden bekende dorpsfiguur Wemeltje Kruit. Wemeltje was een koopvrouw, die haar koopwaar met de fiets in de wijde omgeving aan de man bracht. In de bossen waren het lange lanen, gelukkig was het niet zo druk met fietsers, want het waren smalle fietspaadjes. In Emmen gingen we eerst eten bij de Chinees. Bami met wat erbij. Daarna boodschappen gedaan bij de Jumbo voor de komende twee dagen. Toen was het nog vijf en twintig minuten fietsen naar ons slaapadres. We sliepen bij Hilde en Jan Meringa. Hilde kwam oorspronkelijk uit Tilburg. Ze vroeg: Hoe laat willen jullie eten morgenvroeg? Maar dan op zijn Tilburgs. Het waren hele vriendelijke mensen en ze woonden er prachtig, een beetje tegen de bossen aan. Lekker een koele douche genomen, daar knapten we allebei enorm van op, zalig. Jan zorgde voor een bakje koffie en thee. Lekker onze benen laten rusten. Het duurde lang, voordat ik in slaap viel, dit in verband met de hitte. Zondag 20 juli 2014 Emmen – Tubbergen 105 km Jan maakte mij om tien over acht wakker. Dit was de eerste keer dat ik mij versliep. Ik heb ook wel zo lekker geslapen, toen ik eindelijk in slaap was gevallen, heerlijk bed. Na een heel lekker ontbijt zijn we weer vertrokken, na afscheid te hebben genomen van Hilde en Jan. Deze dag zouden we tot Tubbergen fietsen. De eerste vijf en twintig kilometer zaten er zo weer op. We zaten toen in Coevorden. Eerst koffie en thee gedronken. Even het kasteeltje bekeken en de ganzenhoedster. Het kasteel van Coevorden is het enige kasteel in Drenthe en is ontstaan bij een doorwaadbare plaats in het moeras. Zo’n plaats heet in het Oudsaksisch een Voorde en zo is de naam Coevorden ontstaan. Tussen alle veenmoerassen vormde deze voorde een strategisch punt op de doorgangsroute van Friesland en Groningen tot ver in Duitsland. De wegen waren rustige en autoluwe wegen. Drie auto’s tegen gekomen. Het is natuurlijk ook zondag. We reden verder naar Hardenberg. Daar hebben we onze boterham genuttigd met een overheerlijk papje. Ook deze weg hier naar toe was heel rustig, we fietsten langs de Overijsselse Vecht. Er was genoeg schaduw langs de rivier. Het was niet zo warm als gisteren en er stond heel weinig wind. De paden slingerden door de bossen, asfalt, zand, gravel en klinkers. We kwamen voor bij Westerhaar-Vriezenveensewijk. Het meest opvallende van deze plaats is, dat het de langste plaatsnaam heeft van Nederland Deze dag aanzienlijk minder stops gemaakt dan gisteren. Al werd het in de middag toch weer dertig graden. Het ging weer als vanouds, weinig wind en als er wind stond, hadden we hem mee. We kwamen bij ons slaapadres aan in Tubbergen. We hadden wel geluk, de Chinees zat naast ons slaapadres. Eerst maar weer eens douchen, daarna naar de Chinees. Toen we klaar waren met eten, begon het toch hard te regenen en te onweren, compleet met flitsen. Maar gelukkig werd het al gauw wat minder en liepen we door de regen naar ons slaapadres, dat was toch zeker dertig meter lopen. Maandag 21 juli 2014 Tubbergen – Geesteren 103 km We werden wakker en het regende. Maar eerst ontbijten. Om negen uur regende het nog steeds, dus regenpakken aan, ik deed alleen mijn regenjas aan. We kwamen langs Huis Singraven en het restaurant de Watermolen, dat was echter gesloten. Dit indrukwekkende huis met neoclassicistische voorgevel en een toren ligt in een lus van de Dinkel. Het is omgeven door een prachtig park aan het einde van een kaarsrechte eikenlaan. De laatste bewoner, W.F.J.Laan ( 1891- 1966), vergaarde een unieke kunst –, antiek- en meubelcollectie. Uit deze verzameling stelde hij het cultuurhistorisch waardevolle 18e eeuwse interieur van het Huis Singraven samen. Er tegenover staat een mooie oude watermolen, waarin het restaurant zit. In Denekamp lekker, koffie, thee met wat lekkers genomen. Hier heb ik ook mijn regenbroek aangetrokken. De meeste paadjes waren van gravel en door de regen waren het modderpaadjes geworden. We reden in de bossen bij De Lutte, toen Jan een reebok zag staan. Voorzichtig de fietsen laten stoppen. Het was wat ver, maar ik heb er een foto van kunnen maken. In het dorpscafé “Lutters Kwartier” hebben we oma’s soep gegeten. Vorige dagen moesten we veel stoppen om bij te drinken en ijsjes te eten om af te koelen. Nu moesten we veel stoppen om het nat van ons af te schudden. Na de soep weer verder gegaan. De mevrouw van het restaurant meldde ons, dat het snel droog zou worden. Maar na een kleine tien minuten begon het nog harder te regenen. Dit duurde tot half twee. Toen konden de regenpakken eindelijk uit. Wat een opluchting was dat. We fietsten verder de natte paden tegemoet. In Boekelo eerst maar weer wat warme thee en koffie gedronken. We kwamen langs een zouttoren. Het bestaande drinkwater was daar vroeger zo slecht dat men besloot verse bronnen aan te boren. Tot ieders verrassing kwam pekelwater en bijna zuiver steenzout naar boven. Door de vondst van grote zoutlagen bij Twickel kwam echter eerst in 1918 bij Boekelo de Nederlandse zoutindustrie tot stand. In het Twentse landschap rondom Hengelo staan nog meer van deze industriële monumenten. We fietsten door natuurgebied Buusserzand, wat een mooi stuk natuur is dat en ook een groot gebied. De laatste vijf en veertig minuten ons regenpak weer aangedaan. In Geesteren aangekomen zijn we eerst in Restaurant Baan gaan eten. We waren het slaapadres al voorbij gefietst, het was een kleine honderd meter terug en lag op de route. Na het lekker eten zijn we naar ons slaapadres gegaan. Daar aangekomen werd meteen de tuinslang uitgerold voor ons, zodat we de tassen en onze fietsen konden schoon spuiten. Francis en Jaap Jonk heten de gastvrouw en gastheer. We werden heel hartelijk ontvangen. In onze slaapkamer lag pas nieuwe vloerbedekking, dus werden er diverse plastic zakken op de vloer gelegd waar onze natte tassen op konden staan. Op de overloop hingen waslijnen, daar konden we onze natte kleding ophangen. Na alles een beetje op orde gezet te hebben, zijn we in de douche gegaan. Dit doet een mens toch wel veel goeds. Je komt als herboren terug. Jan had een lekker bakje thee, wat wil je nog meer. Na het douchen begon het weer te regenen, maar wij hoefden niet meer weg. Beetje lezen en het dagboek bij werken. Morgen hadden we een rustdag. Die zouden we in Borculo doorbrengen. Volgens de weer berichten van Jan zou het zeven en twintig graden worden. Nu ik dit aan het schrijven ben, geloof ik daar niet echt in, maar we zullen het morgen wel zien. Gelukkig stond er deze dag weinig of geen wind. Dat scheelt dan toch wel, als er wel wind had gestaan, was het toch anders fietsen geweest met al die regen. Dinsdag 22 juli 2014 Geesteren–Borculo-Lochem 35 km We logeerden in een monumentale boerderij Het Rosbach. Dit prachtig gerestaureerde en beeldbepalende Rijksmonument is in 1861 gebouwd. Hier in het hart van de Achterhoek kunt u genieten van rust en ruimte. Het is hier Genieten met een hoofdletter G. Het hele jaar door bent u als gast welkom bij Het Rosbach en staat er een comfortabele kamer tot uw beschikking. Om negen uur gingen we naar het ontbijt. Daarna op de fiets naar Borculo. Dit in korte broek en shirt met korte mouwen. Het was lekker zonnig, dus Jan had gelijk. Eerst zijn we naar het brandweermuseum geweest. Daar stonden vele oude brandweer- voertuigen. In 1956 vond men op een zolder in Borculo enkele handpompen. Deze waren tijdens de Tweede Wereldoorlog verborgen. Het toen ontstane enthousiasme onder de leden van de vrijwillige brandweer heeft er voor gezorgd, dat Borculo nu een dergelijk prachtig museum bezit. Het museum is in 1975 verhuisd naar het huidige pand aan de Hofstraat. Dit pand, voormalige school (de Hofschool), kon na een grondige verbouwing, welke geheel door de leden van de Vrijwillige Brandweer in hun vrije tijd werd uitgevoerd, worden betrokken en ingericht als museum. Tevens zat er in dit gebouw het Stormrampen-museum. Op 10 augustus 1925 werd het Gelderse Borculo en omgeving getroffen door een cycloon. Er vielen drie doden en vele gewonden. De ravage was enorm. De laatste overlevenden kunnen nog altijd met schrik vertellen over de zwartste dag uit de geschiedenis van Borculo. Vrijwel geen huis heeft de storm ongeschonden doorstaan en zelfs hele gebouwen zijn compleet ingestort. Na dit te hebben bekeken, gingen we onder de kerk wat drinken. Na dit lekkere bakje gingen we naar Lochem. Hier hebben we een kleine rondwandeling gemaakt. Er waren veel fietsers op de been, of was het nou op de fiets. We hebben hier bij de Subway een broodje gegeten en daarna zijn we langzamerhand terug gaan fietsen naar Geesteren. Deze keer via de LF route. Op het laatste stukje kwamen we een boerderij tegen, waar ze softijs verkochten. Dit was voor ons een reden om in de remmen te knijpen en weer af te stappen. Lekker onder een appelboom gezeten in de schaduw. We fietsten weer verder naar ons adresje. Bij de kerk van Geesteren stond een groentenman, daar hebben we kersen en pruimen gekocht. Toen zijn we echt naar ons logeeradres gegaan. Francis en Jaap ook diverse kersen en pruimen gegeven. Ondanks de rustdag toch nog dertig kilometer gefietst. Maar de dag was goed besteed, vonden we allebei. Wij wilden vandaag weer in Restaurant Baan gaan eten. Ze zouden vanaf tien uur in de ochtend open zijn tot tien uur in de avond. We hadden het bordje gesloten al gezien om drie uur; we dachten, dat ze om half zes wel open zouden zijn. Dus mooi niet. Wij weer op de fiets naar Borculo, is op en neer vijf kilometer, waar praat je over. Daar hebben wij bij Pizzeria Dunya gegeten. Ik een heerlijke pizza en Jan tagliatelle carbonara. Oh, wat was dat lekker zeg. Op weg naar huis kwamen we friettent Het Vierspan tegen, nee hier hebben we geen friet genomen, maar voor de verandering een overheerlijk softijsje op. Ik met verse aardbeien en Jan met rum en rozijnen, zo lekkerrrrrrr! Jan was in de avonduren ook overgegaan op thee. Dit beviel hem wel, beter dan koffie met cafeïne. Woensdag 23 juli 2014 Geesteren – Millingen aan de Rijn 103 km Na het ontbijt afgerekend en afscheid genomen. We vertrokken weer. Rechtsaf en we zaten weer op de route. Tot nummer 54 van de LF route wisten we het wel. Dit deel hadden we gisteren al andersom gefietst. In Vorden weer wat vocht tot ons genomen en tevens boodschappen gedaan voor de lunch. We fietsten verder door naar Bronkhorst, dit is het op een na kleinste stadje van Nederland. Sint Anne ter Muiden is de kleinste stad van Nederland. In Bronkhorst pakten we het pontje om de IJssel over te varen naar Brummen. Het was maar een klein stukje varen, maar wel mooi. Toen kwamen we op de Veluwe terecht, daar hebben we bij een bank met tafel onze lunch op. Ik lag even te relaxen op de bank, kwamen er twee wandelaars voorbij lopen, die zeiden: Zo kom je niet waar je moet zijn ! Hier moesten we diverse klimmetjes trotseren, maar ook diverse keren afdalen. Dit was wel een mooi fietspad, lekker breed en diverse bochten erin. We kwamen voorbij de Posbank, daar zijn we even linksaf voor gegaan. Ik heb zelfs nog een stukje achterop gezeten bij Prinses Beatrix. Ze kwam bijna niet vooruit. Op de Veluwe bij Carolinehoeve een lekker koele cola op. Wat is de Veluwe mooi en ook rustig, wat een natuur. ‘s Morgens door vele bossen gefietst, lekker in de schaduw en windje in de rug. We reden dwars door Arnhem. We waren de route even zoek, daar er verschillende bordjes ontbraken en de route wijzigde van LF4B naar LF3A; ons nummer 29 ontbrak. Maar dit duurde niet lang, ongeveer een kleine kilometer. Toen we de route weer hadden gevonden, waren we de stad ook zo weer uit. In Huissen nog een ijsje gegeten. Bij Loover weer met een pontje over, deze keer het Pannerdensch Kanaal over gevaren. Vanaf hier was het nog ongeveer twaalf kilometer fietsen. Toen we nog vijf kilometer moesten fietsen, stopten we bij een terras in Pannerden, wat toevallig op de route lag. Jan heeft twee cola op en ik twee heerlijke koele Radlers. Jan zei: Je moet je eigen zelf kietelen, een ander doet het niet. Nu zal het wel lukken om het laatste stuk vol te maken. Net voorbij Pannerden wederom een pontje genomen om over te varen naar Millingen aan de Rijn. Na de middag alleen de laatste twintig kilometer in de volle zon gefietst. Na het logeeradres te hebben gevonden, werden we heel hartelijk ontvangen door de vrouw des huizes. We kregen gelijk een kopje thee aangeboden. Na de thee spullen naar boven gebracht en lekker onder de douche gesprongen. We zijn te voet naar de kern van het dorp gelopen en hebben bij een Taverne heerlijke kip met friet genomen. We liepen op ons gemakkie terug naar het logeeradres. Daar heb ik nog wat in het dagboek geschreven.
Donderdag 24 juli 2014 Millingen aan de Rijn – Venlo 114 km Na het ontbijt zijn we de fietsen uit de schuur gaan halen. Na deze weer geladen te hebben, zijn we even naar het dorp gefietst om daar de route op te pakken. We fietsten door het Natuurgebied Millingerwaard. Het gebied ligt ten westen van Millingen in de Ooijpolder aan de Waal en is ongeveer 800 hectare groot. De Millingerwaard wordt beheerd door het Wereld Natuur Fonds en Staatsbosbeheer en het is de bedoeling, dat de natuur er zo veel mogelijk haar gang kan gaan. Voor 80 hectare bestaat het gebied uit een bosreservaat met schietwilgen en het overige deel bestaat uit moeras, weilanden, bos en oppervlaktewater. In de Gelderse Poort lopen ongeveer 160 Konikpaarden en 120 Galloways. In de Millingerwaard zijn bevers uitgezet en er zijn waarnemingen gedaan van de kleine weerschijnvlinder en de bosvleermuis. Langs de Waal vindt zandverstuiving plaats en zijn rivierduinen. Daar zagen we weer een reebok staan. We fietsten over een “Poolse weg” dus vol met kuilen in het pad. Toen kwamen we de Galloways tegen. Even later zei Jan: Volgens mij volgen we de verkeerde richting. Dit bleek inderdaad zo te zijn. Fiets omgedraaid en dezelfde weg weer terug gereden. Nu stonden de Galloways (meerdere zwarte stiertjes) midden op het pad. De eerste kon Jan nog ontwijken door er rechts om heen te gaan, alleen hij moest afstappen en trapte recht in een verse vlaai. De tweede groep bleef gewoon midden op het pad staan. Jan riep toen kssst, kssst en ze gingen gelijk uit elkaar. Op de “Poolse weg” gestopt om de poep van de trapper en schoen te halen. Dit kostte Jan twee volle bidons water. Ik ben nog nooit zo snel door mijn water gegaan als vandaag, zei Jan. We zaten zo weer op de goede route, dit alles maakte veel goed. Ik kan er weer een tijd om lachen, zei ik tegen Jan. Ik niet echt, zei Jan, stront onder mijn schoen en trapper is niet je van het. In Nijmegen kwamen we voorbij het Velorama (fietsmuseum), dit konden we toch niet voorbij fietsen zonder de binnenkant gezien te hebben, vonden we. In het Nationaal Fietsmuseum Velorama is van alles te doen en te zien, als het maar met fietsen te maken heeft. De collectie bevat een groot aantal bijzondere fietsen, zoals een aantal originele loopfietsen (draisines), velocipedes en hoge bi’s. Het museum opende in 1981 haar deuren aan de Waalkade in Nijmegen. Het Nationaal Fietsmuseum is tot stand gekomen uit een privécollectie antieke en eigentijdse fietsen en accessoires van de heer G.J.Moed.Wij Nederlanders vinden fietsen zo gewoon, dat je jezelf bijna nooit afvraagt, hoe en door wie het allemaal bedacht is. In Velorama kom je hier allemaal achter. Daarnaast zijn er ongeveer 250 echte, antieke exemplaren te bewonderen. Ontdek de historie van de fiets en kom naar het enige Fietsmuseum in Nederland. Wat een fietsen staan er allemaal. De fiets van Wim van Est en van Frank van Rijn, de wereldfietser, staan er ook. Zeer interessant. In dit museum ook gelijk onze koffiestop gehouden. De stad Nijmegen weer uit gefietst, hier hadden ze prima fietspaden in de stad. We kwamen weer in de bossen te fietsen, veel schaduwrijke fietspaden. We kwamen veel fietsers tegen, bepakt en zonder bepakking. De terrassen zaten er vol mee. Het was dan ook prima fietsweer. In de middag hebben we diverse pontjes gehad. Ook dit was leuk. Want diverse pontjes waren fiets- en voetveer, dus geen auto’s. Onderweg in Ayen de man twee radlers op. Wel lekker zo’n koel en fris alcoholvrij biertje. We hadden deze dag de wind in de rug, dus dat schoot weer lekker op. Het was nog twintig kilometer fietsen en we waren weer op ons slaapadres. In Venlo aangekomen zijn we eerst wat gaan eten bij restaurant Eigenwijs. Toen we daar zaten, begon het (een klein kwartier) te regenen. Dus zo eigenwijs waren wij toch niet. Na het eten, het was weer droog, reden we in een keer naar ons slaapadres. De sleutel zou volgens afspraak onder de bruine pot bij de voordeur liggen. Na de deur geopend te hebben, de sleutel weer onder de bruine pot gelegd, zoals ook was afgesproken. Fietsen op slot gezet. Spullen enkele trappen naar boven gesjouwd, naar twee hoog. Raampje open gezet van de slaapkamer en daarna lekker douchen. Vrijdag 25 juli 2014 Venlo – Someren-Eind 100 km Het ontbijt was hier vastgesteld op acht uur. De gastheer of gastvrouw hebben we gisterenavond niet meer gezien. Anders hadden we gevraagd of wij om half negen konden ontbijten. We zaten met zes personen aan de ontbijttafel. Twee fietsers, wij dus, twee wandelaars en twee cursisten. Was ook wel gezellig zo, de wandelaars waren het laatste stuk van het Pieterpad aan het lopen. Dus zaten we wat vroeger dan andere dagen op de fiets. Nu was het net half negen en drie minuten later zaten we weer op de route. Volgens de TV konden we uit het oosten een buitje verwachten vandaag. Maar op dit moment was het droog. We fietsten langs de Maas Venlo uit. In Kessel gingen we met het pontje de Maas over naar Reuver om daar aan de andere kant verder langs de Maas te fietsen. Hè, hè, na dertig kilometer waren we in Roermond voor onze eerste koffie- en theestop. In Wessem een stop gedaan, maar nu met wat lekkers erbij. Dit was bij het Veerhuis aan de Maas. Jan liet zijn lepeltje vallen. Het viel door een spleet van de vlonder naar beneden. Hij ging het wel even terug halen. Hij kroop via de Maas onder de vlonder met gevaar voor eigen leven. Ik wees hem de weg met de spijskaart, die kreeg ik ook niet meer omhoog, maar Jan wist, waar hij moest zijn. Hij duwde de spijskaart weer omhoog en pakte het lepeltje op. Toen Jan weer onder de vlonder vandaan kwam, was dit avontuur ook weer voorbij. Het was tijd om verder te fietsen. In Grathem boodschappen gedaan voor de laatste twee dagen. Tussen Roermond en Grathem liggen de Maasplassen. In Schoor bij een theeschenkerij wat gaan drinken. Het was daar echt een theekransje, alleen maar vrouwen, maar wel een gezellige boel. Hup, weer op de fiets naar de volgende stop. Dat was de lunch op een bankje. Voor ons lag een grote mesthoop en we zaten in de wind. Toen we klaar waren, gingen we weer verder. Wat dacht je, nog geen tweehonderd meter verder stond een bankje met een tafel en een heel mooi uitzicht over het kanaal van Wessem naar Nederweert. Maar ja, je weet gelukkig niet alles van te voren. Onze laatste stop was bij Nationaal Park Groote Peel. Hier heb ik samen met Mieke wel eens gewandeld, mooi gebied is dit. Veel fietsers met bepakking, van beide kanten tegen gekomen. Windje mee, windje tegen, maar gelukkig droog. Na een kleine honderd kilometer waren we aangekomen bij ons slaapadres. Echter er was niemand thuis. Jan heeft het 06-nummer gebeld en kreeg de gastheer aan de lijn, die zou zijn vrouw wel even bellen. Even later kwam de vrouw aangefietst en verontschuldigde zich. Ze zat even bij de buurvrouw op de koffie en was de tijd vergeten. Dat was helemaal niet erg zeiden we, we zijn er pas vijf minuten. Jan zei, dat hij haar man had gebeld en die zou u bellen. Oh, wat erg ik heb de telefoon niet gehoord. Ze heet Yvonne. Nadat ze ons alles had uitgelegd, zou ze voor koffie en thee zorgen. Wij gingen douchen. Na een lekker bakkie genuttigd te hebben, gingen we met de fiets naar het dorp. We gingen bij de Griek Mythos eten, die waren we eerder al voorbij gefietst. Terug gekomen op ons plekje, hadden we het rijk helemaal voor ons alleen. Er zat nog een camping bij, maar daar was niemand aanwezig. We zetten onze stalen rossen op stal, letterlijk en figuurlijk. De mijne stond in de stal van Speedy. Hier konden ze goed uitrusten voor de laatste etappe, die morgen plaatsvindt. We hebben lekker zitten lezen onder het genot van een pilsje en een cola. Zaterdag 26 juli 2014 Someren–Eind – Breda 116 km De stalen rossen van stal gehaald, ze waren ongedurig, dat zal wel aan de laatste etappe liggen. Het ontbijt werd deze keer door de gastheer, die René heet, verzorgd. Alles was klaar, we hadden afgerekend, dus we konden op pad. Na een kleine vijf minuten zaten we op de route. We fietsten een tijdje op de Somerensche heide, dit waren geen gewone fietspaden, hier had je goede stuurmanskunst nodig, veel los zand. De route ging over in de Strabrechtsche heide, hier waren weer allemaal gravelpaadjes. Oneindig veel heide en vennen, heel erg uitgestrekt. Hier reed ik mijn voorband lek. Jan vroeg: Zal ik de ANWB-wegenwacht even bellen? Alleen weet ik niet of ze dit kunnen vinden, je komt hier niemand tegen. Dus fiets leegmaken, remmetje los, op zijn kop zetten, lekke band eruit, nieuwe erin, bandje oppompen, fiets weer omdraaien, wiel erin en tassen erop en weer op de fiets. De Strabrechtse heide is een natuurgebied van plusminus 2000 ha en daarmee het grootste aaneengesloten heidegebied van Noord–Brabant. De Strabrechtse heide, voor het grootste deel eigendom van Staatsbosbeheer, is een van de mooiste natuurgebieden van onze provincie. Heidevelden, kleine bosjes, vennen en stuifzanden wisselen elkaar af. In augustus kleurt de heide paars en boven de vennen wemelt het van de libellen. In Mierlo eerst maar eens wat gedronken. Op naar Eindhoven, daar mankeerde het een en ander aan de routebordjes: bordjes weg, bordjes verkeerd. Maar zoals altijd komt alles goed. In Eindhoven-Noord wat gedronken, met een heerlijk warm Brabants worstenbroodje erbij. Diverse malen langs het water gefietst onder de bomen. Langs mooie en minder mooie paadjes. In Oirschot voor de kerk onze boterham opgegeten, onder het toeziend oog van Onze Heer. Vanaf Alphen begonnen we aan de laatste vijf en twintig kilometer van de Ronde van Nederland. Dwars door de Chaamse bossen op een heel smal fietspad en dat waren allemaal stoeptegels. Die lagen schots en scheef en los. Dit was zeker tien kilometer aan een stuk op en neer tetsen op de fiets. Een heeeeeeeeeel slecht fietspad ! Eenmaal de Chaamse bossen uit, ging het weer wel. Toen gingen we het Ulvenhoutse bos in via de Grote en Kleine Slingerdreef naar Ulvenhout. Net voorbij Kasteel Bouvigne stopten we om elkaar de hand te schudden en elkaar te bedanken voor de hele fijne en leuke fietstocht. Hierna vervolgde ieder zijn eigen weg naar huis. Thuis aangekomen vroeg ik, of ik bij Vriendin op de fiets was en of ik hier vannacht kon overnachten. Dat was wel mogelijk, zei Mieke.