Zuiderzee Route 01-07-2012 T/M 05-07-2012
Zondag 1 juli 2012 Ermelo- Monnickendam 107 km
Jan was rond 07.00 uur bij mij. Fiets achterop de fietsendrager gezet en richting Ermelo gereden. Het was vrij rustig op de weg. We waren rond 08.20 uur al op de plaats van bestemming. De auto konden wij bij iemand die in het Amphia ziekenhuis had gewerkt neer zetten voor een paar dagen. Jan kende deze dame , dus dat kwam mooi uit.
0m 08.30 uur zaten we al op de fiets en vertrokken we richting Hardewijk waar de route voor ons begon. De Zuiderzee Route. In het eerste het beste Hotel Monopole geheten, vlakbij het Dolfinarium,zaten we al aan ons eerste bakje koffie. Hier begon ook de route dus dat was wel leuk.
Vanaf het begin hadden we wind tegen. Het waaide nogal stevig en dat was niet leuk. Maar zoals altijd bij ons, het was droog en dat vonden we heel voornaam. Ik zou volgens Jan zoals altijd voor het weer zorgen. Sinds dat we samen zijn gaan fietsen hebben we maar heel weinig dagen met regen gehad. Het zonnetje scheen er lekker op los , dus dat zat alvast mee, buiten de straffe wind dan.
Toen we bij Spakenburg aankwamen hebben we eerst wat gedronken en de aardbeien van het land opgegeten, die had ik mee genomen. In Spakenburg was niets open, dus we hadden geluk dat we pakjes drinken bij ons hadden. In Spakenburg moesten we met de pont over, helaas voor ons vaarde de pont niet op Zondag. Dus moesten we een redelijk eindje om fietsen tegen de wind in,.
We reden Huizen in en daar hebben we bij het water onze boterhammen genuttigd.
In Naarden een gedeelte van de vestiging gezien, het is een mooi stadje om nog eens terug te komen. Naarden is een van de best bewaarde vestigingsteden in Europa en vooral beroemd om zijn unieke Stervorm. De vesting heeft zes bastions, een dubbele omwalling en een dubbele grachtengordel. Er is goed te wandelen over de verdedigingswerken. De omvangrijke uitstekend gerestaureerde vesting,
Waarvan de meeste delen uit de 17e eeuw over zijn, is voor het grootste deel vrij toegankelijk.
De vesting biedt ook onderdak aan het Nederlands Vestingmuseum in het bastion Turfpoort.
Hier kan de bezoeker zien hoe een vesting er tijdens het gebruik uitzag en verder de collectie
Voorwerpen van 1350 tot 1945 bekijken. Tijdens de frequente activiteiten in het museum, binnen zowel als buiten, kunnen bezoekers ook ervaren hoe het er in de vesting aan toe ging. Het Waterliniepad loopt om de vesting heen waardoor de omvang van de werken goed zichtbaar wordt. Tevens biedt de vesting onderdak aan het twee jaarlijkse landelijke Fotofestival Naarden.
We fietsten weer verder. Nu hadden we de wind af en toe mee, omdat we in de bossen fietsten. In Muiden bij café Ome Ko bij de sluis een colaatje gedronken en warempel het begon te regenen.
Sluis Muiden, tot nu toe 40.000 schepen per jaar. Muiden werd als Amuda (“monding van de A “) in het jaar 539 gesticht en groeide in zeer korte tijd uit tot een uiterst belangrijke stad op basis van haar positie ten opzichte van de Zuiderzee en dus de doorvaart naar de Noordzee.
Muiden bestaat eigenlijk uit twee delen, de vestingstad Muiden en het Brinkdorp Muiderberg.
Daar merkt men tegenwoordig niet veel meer van en de twee worden nog maar zelden in een adem genoemd. Vooral in de zomermaanden is Muiden een van de druk bezochtste watersportplaatsen waar vooral de terrasbezoekers van Ome Ko een fantastisch uitzicht hebben op de sluis en al het gedoe bij het
aanleggen en wegvaren. Reden voor ons om eens te biecht te gaan bij de sluiswachter Mevrouw Mieke Willig, die al 30 jaar onder alle meteorologische omstandigheden de sluizen bedien .
Behalve het bedienen van de vier (er zijn twee sluiskolken) sluisdeuren is er ook haar altijd helpende hand wanneer er wat onhandig gevaren wordt, maar natuurlijk ook om geld te innen dat varieert van 4 euro voor de kleinste schepen tot 7,50 euro voor de grootste boten. “dat vind ik heel jammer” zegt Mieke , want de prijzen zijn kort geleden omhoog gegaan en ik verwacht dat we van de jaarlijks door ons geschutte 40.000 schepen drastisch zullen gaan inboeten naar misschien wel de helft, 20.000 dus. De sluiswachter is overigens zeer tevreden over de beleefdheid van de schippers en het geduld wanneer er in of uit de sluis gevaren wordt. En iedere onhandige schipper wordt uiteraard bijgestaan door hulpvaardige mede-schippers. Ongeveer twee keer per jaar valt er iemand in het water tussen de sluisdeuren. De laatste keer was dat een nogal gezette Duitser die in zijn zwembroek over de reling
kukelde en bij het weer aan boord klimmen op het dek pas tot de conclusie kwam dat zijn zwembroek nog in het water lag. Aanvankelijk stond de man met zijn rug naar het terras van Ome Ko maar een vlaag van opperste sportiviteit draaide de man zich toch even om richting toeschouwers om hen te kunnen laten genieten van het uitzicht hetgeen overigens een hoongelach tot gevolg had gezien de weinig indrukwekkende edele delen.
Jan deed zijn fietstassen onder het scherm, trok zijn poncho aan en zei tegen mij “dar zijn 5 strafpunten, want dit was niet afgesproken”.
Ik deed geen regenpak aan, want dat had ik niet meegenomen. Het was maar een licht buitje. “Als we nog een Cola hadden gedronken was die poncho nog niet een nodig geweest”, zei ik tegen Jan. Hierop trok Jan zijn Poncho uit.
Rond de klok van 17.20 uur kwamen we op ons eerste slaapadres aan in Monnickendam.
De adressen waren allemaal door Jan geregeld bij Vrienden op de Fiets. We hebben heerlijk gedoucht en zijn in Oud-Monnickendam gaan eten. Dat was ongeveer 10 minuten fietsen. We konden zo de Chinees binnen rijden. Dit maar niet gedaan, fietsen gestald en de Chinees gewoon binnen gewandeld. Na het eten het stadje nog bezichtigd. De huizen hebben hele mooie geveltjes, die nogal voorover hellen. Bij café “1614”wat gedronken. De live – muziek stond nogal luid dus gingen wij lekker buiten zitten.
Het weer was heerlijk deze dag ondanks de harde wind. Deze dag toch zeker 65 kilometer de wind op kop gehad. Klein buitje gehad, niet noemenswaardig.
Maandag 2 juli 2012 Monnickendam- Medemblik 91 km
Vandaag om 08.25 uur vertrokken uit Monnickendam, naar ons volgend slaapadres wat in Medemblik zou zijn.
Zo kwamen we al om 09.00 uur aan in Volendam. Daar was echter nog niets open om koffie te drinken. Men was wel hard aan het werken om alles schoon te maken van de afgelopen zondag. Maar diverse kilometers verder kwamen we in Edam. Daar hebben we bij Hotel De Fortuna heerlijke koffie met appeltaart en slagroom op. We gingen weer verder met fietsen richting Hoorn. Het was heerlijk weer om te fietsen, windje in de rug, zonnetje erbij, wat wil een mens nog meer. In Hoorn een bakje koffie en thee gedronken. De binnenstad van Hoorn heeft er nog nooit zo mooi bijgestaan! Alle gebouwen zijn gerestaureerd en velen hebben een nieuw functie gekregen. Zo zijn VOC-pakhuizen verbouwd tot appartementen, werden kaaspakhuizen een museum of restaurant en vindt u in de oude Boterhal nu moderne
kunst. U loopt in Hoorn niet door een historische stad , nee u ruikt en voelt bij ons de geschiedenis van de VOC, en de WIC en de walvisvaarders. Met een beetje geluk hangen de vissers hun netten te drogen aan de brug, wordt in de haven een oud schip opgeknapt en vertelt een Horinees u een prachtverhaal. Bijvoorbeeld over de avonturen van de Jongens van Bontekoe. Of de slag van Bossu die ooit pal voor de Hoornse kust werd uitgevochten.
Even verderop wilden we in het dorp Wijdenes wat proviand kopen, bleek de winkel pas om 13.00 uur open te gaan. Bij de camping wilde we wat gaan eten, helaas deze was alleen in het weekend open. We besloten om door te fietsen naar Enkhuizen. Daar aangekomen hebben we diverse broodjes vis op o.a. haring, paling en tonijn. Dat ging er wel in. Hier nog diverse foto’s gemaakt en wat rond gekeken.
Toen we Enkhuizen uitreden,hebben we bij het laatste café een colaatje op. Zo konden we er weer tegen tot Medemblik.
We passeerden op een gegeven moment het dorp Andijk. Hier hadden Mieke, Ingrid en ik in 2005 met de caravan op de camping gestaan.
We waren rond 16.00 uur in Medemblik. We zouden tussen vijf en zes uur verwacht worden. Dus we zijn even Medemblik ingereden en daar op een terras nog wat gedronken. Om tien over vijf zijn we naar ons overnachtingsadres gefietst. Daar werden we ontvangen door de vrouw des huizes. Ze vroeg wat we wilden drinken. Ik vroeg om thee, Jan had liever koffie. Deze werd voor ons lekker buiten geserveerd. Een tijdje samen met Rian buiten gezeten. Daarna zijn we naar boven gegaan om een overheerlijke douche te nemen.
We gingen deze keer te voet naar het centrum, was een vijftal minuten lopen. We liepen eerst langs het Radboud Kasteel. Kasteel Radboud is de enige overgebleven Westfries dwangburcht van Floris de Vijfde.
In het 13e eeuwse kasteel is een bescheiden collectie gehuisveste van voorwerpen die de historie van het gebouw illustreren. Daarnaast is er vaste tentoonstelling die inzicht biedt in het dagelijks leven in de Middeleeuwen. Het kasteel is prachtig gelegen aan de kust van de voormalige Zuiderzee. Juist de ligging biedt de mogelijkheid om – naast de museale functie- allerlei andere activiteiten te ontplooien in en rond het gebouw. Zo worden er regelmatig huwelijken voltrokken en partij en presentaties georganiseerd. Tevens zijn er elk najaar de zgn. vertelconcerten, waarbij een combinatie wordt gemaakt van muziekstukken en toepasselijke verhalen.
Kasteel Radboud is gelegen in Medemblik, een gezellig stadje waar u zich zowel op het culturele als sportieve vlak uitstekend kunt vermaken.
Volgens een legende uit 1517 stond er in de zevende eeuw op deze plek aan de Zuiderzee het Kasteel Radboud, Koning der Friezen. Resten van dit kasteel zijn nooit terug gevonden, maar aan het eind van de 13e eeuw verrees wel degelijk een sterke burcht in Medemblik aan de Zuiderzee. Graaf Floris V van Holland liet deze burcht bouwen op een goed verdedigbare plek, die aan drie kanten was omringd door de Zuiderzee. Floris bouwde de burcht als onderdeel van een reeks burchten om de Westfriezen in bedwang te houden. Het enige kasteel
uit deze reeks dat nog bewaard is gebleven, is het kasteel Radboud. Van deze dwangburcht zijn twee woonvleugels en een vierkante en een ronde toren intact gebleven. De omvang van de oude burcht is nog te zien op het terrein van het kasteel. Het grondplan komt in grote lijnen overeen met dat van het Muiderslot. In kasteel Radboud lag in de oorlog de Nachtwacht van Rembrandt opgerold opgeslagen, verborgen voor de Duitsers.
Daarna liepen we door naar de Chinees, die heette Danny, rare naam voor een Chinees.
We liepen ook langs de hoogste windmolen van Europa. Daarmee heeft Medemblik, of eigenlijk gemeente Hollands Kroon, de grootste windmolen van Europa samen met Duitsland en België, waar ook windturbines van het type E-126 staan. De E-126 bij Medemblik heeft een masthoogte van 135 meter, een rotordiameter van 126 meter en een totale hoogte( inclusief wieken) van 198 meter.
Dinsdag 3 juli 2012 Medemblik – Workum 73 km
Vandaag om 09.15 uur vertrokken uit Medemblik. We zouden een makkelijk ritje voor de boeg hebben. Als de wind ons gunstig is, dan gaat alles voor de wind.
We moesten de Afsluitdijk over en daar er weinig wind stond, we hadden hem een beetje schuin achter ons, was wel lekker fietsen. Het was ook een gedeelte van de North Sea Route. Die gaan we volgend jaar doen, dus we komen hier nog een keer terug.
Ik zei tegen Jan; “Eigenlijk moet er windkracht vijf tegen zijn en het moet regenen, dan zien we 30 kilometer af”. Jan zei: “Het wordt tijd voor je pilletjes als je zulke praat uit gaat slaan.
Ik zei:’Dan ga ik wel voorop fietsen dan hou ik je wel uit de wind”
Vijf kilometer verderop stond op de Afsluitdijk een restaurantje Het Monument. Daar stopten we voor koffie en thee met een tompouce. Aan het einde van de Afsluitdijk hebben we de lunch genuttigd. Achter de dijk is het IJsselmeer Vroeger was dit een zee, de Zuiderzee. Honderden jaren lang voeren schepen over deze zee vanuit Amsterdam naar de Noordzee. Vissers verdienden hier hun brood met het vangen van paling, ansjovis en andere vissen. Maar het kon op de Zuiderzee ook flink spoken. Dan was die zee heel gevaarlijk. Er zijn hier veel schepen met man en muis vergaan. Als het hard stormde, hielden de dijken het
Niet en overstroomde de dorpjes die rondom de Zuiderzee lagen. Daarom maakte Ir Lely een plan. De Zuiderzee zou afgesloten worden met een lange dijk van Noord-Holland
Naar Friesland, De Afsluitdijk. Als die dijk er eenmaal was, kon ook een groot gedeelte van de Zuiderzee drooggelegd worden. Die grond kon heel goed gebruikt worden als landbouwgrond. In 1920 was het eigenlijk zo ver. Toen was er genoeg geld om aan de bouw van de Afsluitdijk te beginnen. Het was een hele klus. Duizenden mannen werkten mee aan het graven, baggeren, het storten van klei. Hijskranen werkten op volle toeren om klei en zand op de juiste plek te krijgen. Op 28 mei 1932 was de Afsluitdijk klaar. Het laatste gat van de dijk was dicht. De Zuiderzee was afgesloten. De mensen liepen voor de eerste keer over de glibberige klei van Noord-Holland naar Friesland. Nederland was trots op deze dijk van 30 kilometer lang. De afsluitdijk bestond dit jaar 2012 alweer 80 jaar.
Vanaf hier was het nog ongeveer 27 kilometer naar ons eindpunt Workum.
Maar eerst kwamen we nog langs Makkum, daar hebben we voor de verandering maar weer eens een terras genomen. Even naar de winkel van de Firma Tichelaar van het bekende Makkummer Aardewerk geweest.
Nog een etappe te gaan. We waren al om drie uur in Workum. Eerst even gezocht naar ons slaapadres. Dat was niet moeilijk te vinden. We hadden om vijf uur afgesproken. Dus eerst
het terras maar eens opgezocht. Dat was ook niet zo moeilijk daar we hier in Workum in 2007 ook hadden geslapen. We hadden toen de Elfstedentocht gefietst. Toen hebben we in Workum het Jopie Huisman Museum bezocht, dat is een heel mooi Museum.
Morgen komen we ook door een paar stadjes, die we met de Elfstedentocht gefietst hebben. Toen was het ook goed weer. Dat hebben we bijna altijd, want ik zorg meestal voor het weer. Tot nu toe gaat me dat goed af. Ik heb nog niemand horen klagen hierover. Dus ik wil dit wel zo houden.
Rond de klok van vier uur gingen we met de fiets aan de hand te voet nar ons slaapadres. We waren er bijna toen een vrouw op de fiets ons passeerde. Ze riep tegen ons:”Loop mij maar achterna”. Het bleek de gastvrouw van ons slaapadres te zijn. Ze heette Grietje. De fietsen konden gelijk in de garage. Wij zouden te voet naar de Chinees gaan. We kregen gelijk wat fris aangeboden van Grietje. Nadat we opgefrist waren, gingen we weer op weg om wat te gaan eten. Het werd deze keer geen Chinees maar Restaurant Sluiszicht bij de sluis.
Daar hebben we heerlijk aan het water gegeten. De sluiswachter, met strooien hoed op, liep zenuwachtig diverse keren de brug op om te kijken of er een boot aan kwam, zodat hij wat te doen had. Er kwam zeker twee keer een boot langs, dus het was een drukke bedoening voor hem. Dan hing hij weer uit het raam, dan liep hij weer naar buiten, hij had er maar druk mee. Na het eten nog even wat gewandeld en een coupe ijs op.
Aangekomen bij Grietje vroeg ze of wij nog thee wilden komen drinken. Hij zou rond half negen klaar zijn. Tot ongeveer tien uur bij haar in de woonkamer gezeten. We zijn naar onze slaapkamer gegaan om een uiltje te knappen.
Dit was een saaie dag vandaag. Lange rechte stukken, maar toch genoten van het mooie wat we tegen kwamen. We hadden goed weer, een zonnetje, maar in de middag werd het wat grijs.
Woensdag 4 juli 2012 Workum- Blokzijl 88,5 km
Klokslag acht uur zaten we aan de ontbijttafel. Dus reden we half negen weer weg. Het weer was droog en een matig zonnetje. We fietsten richting Hindelopen, geen café open voor de koffie. Kon ook niet het was net negen uur. Op naar het volgende stadje, dat was Stavoren, hier was wel iets open voor de koffie. Deze twee dorpjes hadden we in 2007 ook aangedaan tijdens de Elfstedentocht. Vanaf hier was het een saaie route, lange rechte stukken met kleine hoogte verschilletjes. Maar we maken er elke keer weer een leuke tocht
van. In Lemmer de lunch genuttigd. Daarna door gereden naar Ossezijl voor de cola en ijsthee.
Vanaf hier werd het weer een hele mooie fietstocht. We fietsten door het Nationaal
“De Weerribben”. Dat was heel mooi. Stille fietspaadjes langs het water en door het bos. Is mooi wonen zo langs het water. Midden in het natuurgebied liggen de dorpen Kalenberg en Ossenzijl, die tot voor kort groten deels van de rietteelt leefden, alsmede het buurtschap Hoogeweg. Langs de rand van de Weerribben liggen de dorpen
Wetering, Scheerwolde, Blankenham, Muggebeet en het dorp Nederland. Kalenberg, Ossenzijl, Wetering en Nederland waren oorspronkelijk vaardorpen. Naar het noorden toe sluiten de Weerribben(bijna) aan bij de Lindevallei en de laagveenmoerassen van de Rottige Meente, Brandemeer en Oldekamer in de Friese gemeente Weststellingwerf. Naar het zuiden toe sluiten de Weerribben aan bij de laagveenmoerassen in de Wieden, die zich op hun beurt weer voorzetten in de Olde Maten bij Staphorst. Naar het Westen, bij Blankenham ligt een
Graspolder met een oude zeedijk op de overgang naar de Noordoostpolder.
Bij het dorp Nederland stopten we, want Jan zag een ooievaarsnest met een ooievaar erop. Daar wilde Jan een foto van maken. Fototoestel gepakt, gaat de ooievaar ineens in zijn of haar nest zitten, we konden de ooievaar niet meer zien. “Dan Niet”zei Jan en we fietsten weer verder richting Blokzijl. Daar kwamen we om kwart over vier
aan. Zoals altijd eerst het adres opgezocht en daarna weer nar het terras. Jan een pilsje en ik een cola.
Na een overheerlijke douche zijn we naar het centrum gelopen. Bij het eerste beste restaurantje “Sluiszicht”. Lekker weer bij de sluis gegeten. Daarna weer maar eens een wandeling gemaakt in Blokzijl.
Toen kwamen we weer uit bij ons slaapadres, daar hebben we de benen te rusten gelegd, want Jan had een klein beetje last van zware benen.
Donderdag 5 juli 2012 Blokzijl- Ermelo 82,5 km
Na een heerlijk ontbijt, zaten we om 08.25 uur weer voor de laatste tocht richting Ermelo op de fiets.
Bij Genemuiden met de pont naar de overkant gevaren. Daar zou onze eerste koffiestop zijn. We hadden er inmiddels al weer negentien kilometer opzitten. Er was echter niets open in Genemuiden. Het was toch al bijna kwart voor tien. We hebben in een supermarkt twee bananen en wat te drinken gekocht en op een bankje in de schaduw hebben we dit maar eens lekker genuttigd. We reden Genemuiden uit. Jan zei nog “Let op, over een paar minuten komen we alsnog iets tegen waar men koffie kunt drinken” Zijn woorden waren nog niet koud
of we reden langs een zorgboerderij waar men koffie, thee en appelgebak had. We gingen beiden tegelijkertijd in de remmen om daar wat te nuttigen. Ze waren de tafels en de stoelen aan het afdoen, maar we waren wel welkom. Men kwam de bestelling opnemen. Jan koffie en appeltaart en ik thee met appeltaart. Het was hier goed toeven maar we gingen toch maar weer verder fietsen.
Op deze zorgboerderij ”De Peiperhoeve” worden zoogkoeien en schapen verzorgd. De boer en zijn vrouw wonen op de boerderij en dochter Ingrid met haar man Roel en dochter Ruth. Als familie doen ze samen het werk. Tot 2000 was de boerderij een melkveehouderij, maar de boer heeft zijn koeien verkocht en is overgestapt op vleesvee.
Omdat er zoveel dijken zijn, houden ze 100 schapen. De koeien lopen in de zomer buiten en staan in de winter op stal. De schapen gaan naar binnen vanaf half januari tot en met april. Als alle lammetjes geboren zijn gaan ze weer naar buiten. Omdat de boerderij niet als melkveehouderijbedrijf werd voortgezet, heeft de familie gezocht naar andere mogelijkheden om de boerderij voort te zetten. Daarom zijn ze vanaf mei 2004 begonnen met het bieden van zorg op de boerderij, waardoor ze zorgboerderij zijn gaan heten. De boer en boerin hebben vijf dochters. Drie dochters, te weten Rita, Nelleke en Ingrid, begeleiden de zorgvragers op de boerderij. Zorgvragers zijn mensen die het leuk vinden om op de boerderij te zijn, omdat ze van dieren houden en omdat ze graag buiten zijn. Momenteel is er ruimte voor maximaal 11 jongeren(meisjes en jongens). Elke maandag en dinsdag komen de ouderen voor dagopvang en elke donderdag en vrijdag komen de jongeren voor dagbesteding. Rita, Nelleke en Ingrid geven dagelijks begeleiding aan de zorgvragers. De Pieperhoeve is genoemd naar de polder De Pieper. Bij ons zou het aardappelhoeve betekenen, want pieper betekent bij ons aardappel.
Wei fietsten door naar Kampen, daar hebben we weer wat gedronken. De route was heel mooi er zat veel variatie in.
In Elburg zouden we wat gaan eten. Toen we daar aankwamen, hadden we er 55 kilometer opzitten. De lucht werd steeds donkerder. We bestelden allebei een uitsmijter. Toen we klaar waren met eten en de rekening hadden betaald, viel er toch heel wat regen uit de hemel. Het viel er bakken tegelijk uit. Niet normaal meer zei Jan tegen mij: “Dit zijn ook weer strafpunten” Ik vroeg “Waarom” we zitten toch droog en we fietsen nu niet” Na een vijf kwartier en diverse colaatjes reden we verder en deed Jan zijn regenpak aan
en spontaan werd het volgens mij weer wat droger. Ik deed echter geen regenpak aan, want dat had ik niet bij ( zie eerder in dit verslag). Jan zei; “Je kunt mijn poncho wel aan doen” Nee zei ik”het wordt zo wel droog:
Ik deed wel mijn wielerjack aan. Op een gegeven ogenblik deed Jan zijn regenpak toch maar weer uit, het was droog geworden en het werd weer warm.
Rond de klok van half vijf waren we weer in Ermelo bij de auto. Fietsen op de fietsendrager gezet en we reden richting Breda. Nu deden we er wat langer over, klein beetje file en buitjes.
Om half zeven waren we in Princenhage bij Mieke. Els was hier ook, die was van haar werk naar Mieke gefietst. We hebben Chinees gehaald en die lekker in de tuin opgegeten. Bakje koffie erna gedronken. Buiten gezeten tot het begon te regenen. Toen het droog was, heeft Jan de fiets van Els achterop de auto gezet.
Jan bedankte mij nog voor de leuke en gezellige fietsdagen. Ik bedankte Jan ook hiervoor.
We hebben in totaal 442 kilometer gefietst. Veel gezien onderweg en vele mooie dorpjes en stadjes gezien.